Oproepkrachten na jaar aanbod voor vaste uren

Oproepkrachten zijn werknemers die komen werken als de werkgever ze oproept. Dit kan voor een paar uur, maar soms ook voor hele dagen zijn. Een onderdeel van de Wet arbeidsmarkt in Balans (WAB) is dat oproepkrachten, nadat ze een jaar in dienst zijn geweest, een arbeidsovereenkomst aangeboden moeten krijgen op basis van het gemiddeld aantal gewerkte uren in de afgelopen 12 maanden.

De Wet arbeidsmarkt in Balans (WAB) is inmiddels al meer dan een jaar in werking. Werkgevers hadden tot uiterlijk 1 februari 2020 de tijd om alle oproepkrachten die op dat moment langer dan twaalf maanden in dienst waren schriftelijk een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Nu een jaar later is het belangrijk om als werkgever te controleren of je op dit moment oproepkrachten in dienst hebt die een aanbod dienen te ontvangen.

Aanbod voor aantal vaste uren na oproepcontract van 1 jaar

Je krijgt als werkgever in de zogeheten dertiende maand (dus een maand na afloop van de twaalf maanden) de tijd om het aanbod schriftelijk voor te leggen aan de oproepkracht. De werknemer heeft minimaal recht op de uren per maand die hij in de afgelopen 12 maanden gemiddeld per maand werkte. Daarna heeft de oproepkracht één maand de tijd om op het aanbod te reageren.

De werknemer mag het aanbod weigeren en oproepkracht blijven. Dit dient de werknemer schriftelijk aan de werkgever door te geven. De werkgever blijft echter verplicht na iedere 12 maanden opnieuw schriftelijk een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor minimaal het aantal uren per maand dat de werknemer in de afgelopen 12 maanden daarvoor gemiddeld per maand werkte. Ook dit dient telkens schriftelijk aangeboden en schriftelijk afgewezen te worden.

Als de werkgever geen aanbod doet

Indien je als werkgever niet binnen de gestelde termijn een aanbod doet, heeft de oproepkracht automatisch recht op het loon over de uren die de oproepkracht had gekregen als hij het aanbod wel kreeg. De werknemer heeft recht op dit loon vanaf de dag dat het aanbod uiterlijk had moeten worden gedaan.

De oproepkracht heeft dan dus een zogeheten loonaanspraak. Dit wil zeggen dat de werknemer ook recht heeft op de wettelijke verhoging wegens te late betaling van het loon (Artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek) en ook recht heeft op loon tijdens ziekte.

De (gevolgen van de) coronacrisis hebben geen invloed op de Wet WAB. De bovenstaande regels dien je als werkgever dus gewoon na te leven.

Lees hier alles over de Wet arbeidsmarkt in Balans.