Nieuwsbrief december 2019

Vereenvoudiging regelgeving fiets van de zaak

De regels rond de fiets van de zaak zijn vrij ingewikkeld. Met ingang van 1 januari 2020 worden de regels van de fiets van de zaak daarom vereenvoudigd.

Hierbij moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen ondernemers voor de inkomstenbelasting en werknemers in loondienst. Ook maakt het verschil of je zakelijke kilometers rijdt met je privéfiets of dat er vanuit je onderneming of door je werkgever een fiets ter beschikking is gesteld.

Ben je ondernemer voor de inkomstenbelasting (eenmanszaak of vof), en je rijdt zakelijk kilometers met jouw privéfiets? Dan mag je ten laste van jouw onderneming een zakelijke onkostenvergoeding van € 0,19 per zakelijk gereden kilometer in mindering brengen op je belastbare winst. Dit is inclusief stallingskosten.

Als je de fiets voor meer dan 10% zakelijk gebruikt, mag je de fiets ook aan jouw ondernemingsvermogen toerekenen. In dat geval mag je de jaarlijkse kosten van de fiets, zoals afschrijving, verzekeringen, reparatie- en stallingskosten, in aftrek nemen op jouw belastbare winst.

Daarnaast heb je bij de aankoop van de fiets in het jaar van aanschaf recht op maximaal 28% investeringsaftrek, indien deze fiets meer dan € 450 kost en jouw totale investeringen in dat jaar meer dan € 2.300 bedragen.

De privékilometers die je met de zakelijke fiets rijdt, mag je niet in aftrek nemen op jouw belastbare winst, maar deze zijn meestal moeilijk in te schatten.

Met ingang van 1 januari hoef je als ondernemer voor de inkomstenbelasting het privégebruik van de zakelijke fiets niet meer in te schatten, maar wordt het privégebruik voortaan op jaarbasis forfaitair vastgesteld op 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets, ongeacht het werkelijke privégebruik. Er volgt dan een correctie op je belastbare winst ten bedrage van voornoemde bijtelling.

Ben je werknemer en rijd je in het kader van jouw werk zakelijke kilometers met jouw privéfiets? Dan mag jouw werkgever een onbelaste vergoeding van € 0,19 per verreden zakelijke kilometer aan jou vergoeden.

Heb je een fiets van de zaak? Dan wordt het privégebruik van de zakelijke fiets als loon in natura beschouwd en moet je nu nog over de daadwerkelijke waarde van het privégebruik van de fiets loonbelasting betalen. Om de waarde van het privégebruik vast te stellen zul je dus een kilometeradministratie met uitsplitsing in zakelijke en privé verreden kilometers moeten bijhouden.

Met ingang van 1 januari wordt de forfaitaire bijtelling van 7% voor het privégebruik door jouw werkgever verwerkt in de loonadministratie. Deze forfaitaire bijtelling is dan ook zichtbaar op jouw loonstrook en gaat dus lijken op de regeling voor “de auto van de zaak.”

Voor de goede orde; deze regeling gaat gelden voor alle soorten fietsen, dus ook voor elektrische fietsen en speed pedelecs!

De Wet arbeidsmarkt in Balans (WAB)

Zoals we al aangegeven hadden in de nieuwsbrief van afgelopen juni treedt op 1 januari 2020 de Wet arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Deze wet moet zorgen voor een beter evenwicht op de arbeidsmarkt en het aantrekkelijker maken om vast personeel in dienst te nemen.

Omdat er in het afgelopen halfjaar meer duidelijkheid is gekomen over de aanzienlijke wijzigingen die deze wet met zich meebrengt, volgt hieronder een overzicht van alle veranderingen.

Klik hier voor alle informatie over deze wijzigingen

De aard van de arbeidsovereenkomst heeft invloed op de loonkosten

De hoogte van de WW-premie is vanaf 1 januari afhankelijk van de aard van de arbeidsovereenkomst. Voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd geldt een lagere premie. Voor alle andere arbeidsovereenkomsten geldt een hogere premie. Dit komt neer op een verschil van 5% in 2020. Onder andere nul-urencontracten, min-max contracten en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd komen dus niet in aanmerking voor de lagere premie. Er zijn twee uitzonderingen op deze regel:

  • Arbeidsovereenkomsten die worden aangegaan in het kader van een leerwerktraject in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Omdat de regering werkgevers graag wil stimuleren om opleidingsplekken aan te bieden aan leerlingen in het beroepsonderwijs mag een werkgever het lagere percentage hanteren.
  • Tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor werknemers die jonger zijn dan 21 jaar én niet meer dan 12 uur per week werken. 

Het lagere percentage wordt herzien als er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd maar het dienstverband binnen twee maanden na aanvang eindigt of als de werkgever binnen een kalenderjaar meer dan 30% uren extra verloond heeft gekregen dan contractueel voor dat jaar was overeengekomen (behalve als in de arbeidsovereenkomst 35 diensturen of meer per week zijn overeengekomen).

Let op: Werkgevers dienen voor werknemers voor wie zij een lagere premie afdragen een kopie van de arbeidsovereenkomst op te nemen in de salarisadministratie. Vanaf 1 januari moet ook het soort arbeidsovereenkomst vermeldt worden op de salarisstrook.

Aanpassing van de ketenregeling

In de nieuwsbrief van juni gaven we ook al aan dat de ketenregeling verruimd zal worden. Vanaf 1 januari duurt het langer voordat een werknemer een vast contract krijgt, tenzij er in de cao andere regels staan. Een werknemer krijgt vanaf januari automatisch een vast contract als:

  • Hij/zij meer dan 3 tijdelijke contracten heeft gehad of langer dan 3 jaar meerdere tijdelijke contracten heeft gekregen bij dezelfde werkgever dan wel voor hetzelfde soort werk bij opvolgende werkgevers, en;
  • De tussenpoos tussen contracten maximaal 6 maanden is. Voor tijdelijk terugkerend werk dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden aangegaan mag er maximaal 3 maanden tussen de contracten zitten mits dit is opgenomen in de cao, en;
  • Het 3e contract van de werkgever eindigt op of na 1 januari 2020, en;
  • Er in de cao geen andere voorwaarden staan. De afspraken in de cao gaan voor.

De wijzigingen voor de ketenbepaling treden onmiddellijk in werking. Op een arbeidsovereenkomst dat eindigt op of na 1 januari 2020 is een ketenbepaling van drie jaar van toepassing, ook als de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari 2020 aangegaan is.

Transitievergoeding

Vanaf 1 januari zal de transitievergoeding altijd 1/3 maandsalaris voor ieder gewerkt jaar bedragen, waarbij de uitzondering voor 50-plussers komt te vervallen. Werknemers hebben vanaf de eerste werkdag, dus ook in de proeftijd, aanspraak op een transitievergoeding wanneer het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd.

Ontslagrecht

Onder de nieuwe wet wordt het vanaf 1 januari weer mogelijk om iemand te ontslaan op basis van een optelsom van omstandigheden, de zogeheten cumulatiegrond. Het wordt hierdoor mogelijk om diverse ontslaggronden te combineren die wellicht afzonderlijk van elkaar onvoldoende grond bieden voor ontslag. Wanneer gebruik gemaakt wordt van deze cumulatiegrond kan de rechter ter compensatie een extra vergoeding van 50% toekennen bovenop de reeds verschuldigde transitievergoeding.

Oproepkrachten

De WAB verplicht werkgevers om oproepkrachten minimaal 4 dagen van te voren schriftelijk op te roepen. Als de werkgever deze oproep binnen 4 dagen intrekt of wijzigt heeft de werknemer recht op het aantal uren van de originele oproep.

Daarnaast moeten oproepkrachten na 12 maanden schriftelijk een arbeidsovereenkomst aangeboden krijgen op basis van het gemiddeld aantal gewerkte uren in de afgelopen 12 maanden. Deze dienen zij aan te bieden binnen een maand na afloop van de 12 maanden. Blijft dit aanbod uit, dan heeft de oproepkracht recht op loon vanaf de dag dat het aanbod uiterlijk had moeten worden gedaan. De werknemer heeft het recht om deze arbeidsovereenkomst te weigeren. De werkgever blijft echter verplicht na iedere 12 maanden opnieuw schriftelijk een arbeidsovereenkomst aan te bieden op basis van het gemiddeld aantal gewerkte uren in de laatste 12 maanden.

Vanaf het moment dat de WAB in werking treedt hebben werkgevers een maand, dat wil zeggen tot uiterlijk 1 februari 2020, de tijd om alle oproepkrachten die op dat moment langer dan 12 maanden in dienst zijn schriftelijk een arbeidsovereenkomst aan te bieden. 

Payrollmedewerkers

Payrollmedewerkers krijgen vanaf 1 januari minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden en dezelfde rechtspositie als werknemers in dienst van de inlener. Payrollbedrijven kunnen geen uitzendbeding en ruimere ketenbepaling meer hanteren voor payrollwerknemers.

Ook krijgen payrollmedewerkers recht op een adequate pensioenregeling. Deze regeling is echter uitgesteld tot 1 januari 2021. De uitgangspunten voor een adequaat pensioen zullen worden opgenomen in een apart besluit.

Advies nodig?

We snappen dat deze wetswijziging veel vragen op kan roepen. Voor meer informatie over de diverse onderwerpen kun je het artikel De Wet arbeidsmarkt in Balans (WAB) nalezen op onze website. Uiteraard kunnen wij je hierin ook ondersteunen. Neem voor meer informatie of bij vragen contact op met de salarisadministratie.

Wijzigingen subsidieregelingen energiebesparing

De Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE)

Het duurzaam opwarmen van woningen en bedrijfspanden wordt sinds 1 januari 2016 door de overheid gestimuleerd met de ISDE subsidie.

De ISDE aanvragen betekent dat je een tegemoetkoming in de kosten vraagt bij de aanschaf van een warmtepomp, zonneboiler, biomassaketel of pelletkachel. Met deze apparaten kan je jouw huis verwarmen tegen lagere kosten en help je de uitstoot van CO² te verminderen. De ISDE is voor zowel particulieren als voor zakelijke gebruikers en moet worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

Naar aanleiding van nieuw onderzoek naar de daadwerkelijke terugdringing van CO²-uitstoot op de voornoemde apparaten, wordt de ISDE-regeling met ingang van 1 januari 2020 sterk beperkt. In de praktijk betekent dit dat je met ingang van 1 januari 2020 geen ISDE meer kunt krijgen voor pelletkachels en biomassaketels.

Tevens vervalt het recht op ISDE voor warmtepompen en zonneboilers in nieuwbouwpanden (zowel woningen als bedrijfspanden), waarvan de omgevingsvergunning is aangevraagd na 30 juni 2018. Warmtepompen en biomassaketels in bestaande bebouwing blijven wel in aanmerking komen voor ISDE.

Let op: Heb je als particulier een pelletkachel of biomassaketel in 2019 laten installeren? Zorg er dan voor dat uiterlijk 31 december 2019 de factuur is betaald en het subsidieverzoek is ontvangen door de RVO. Indien de installatie en betaling van de factuur in 2019 hebben plaatsgevonden, maar jouw subsidieverzoek wordt door de RVO pas in 2020 ontvangen, dan wordt jouw subsidieverzoek afgewezen. Wees er dus snel bij!

Ditzelfde geldt voor de installatie en volledige betaling van warmtepompen en zonneboilers in nieuwbouwwoningen. Is de woning in aanbouw, maar is de warmtepomp op 31 december 2019 nog niet geplaatst, betaald of is nog geen subsidieverzoek ingediend? Dan kom je niet meer in aanmerking voor ISDE, ook al is plaatsing van een warmtepomp of zonneboiler opgenomen in de schriftelijke afspraken met de aannemer.

Let op: Ben je een zakelijk gebruiker? Dan moet je voor het aangaan van de koopverplichting ISDE aanvragen bij de RVO. Pas na de aanvraag kan het apparaat worden aangeschaft. Zorg in dat geval voor dat de aanvraag uiterlijk 31 december 2019 door de RVO is ontvangen.

Finance Plus is je graag van dienst met het aanvragen van ISDE. Kijk voor onze procedure, tarieven en beantwoording van veel gestelde vragen op onze website voor particulieren of onze website voor zakelijke gebruikers.

De Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH)

Sinds 2 september 2019 is voor huiseigenaren die hun woning willen isoleren een nieuwe subsidieregeling door de Rijksoverheid in het leven geroepen; de SEEH. Om in aanmerking te komen voor SEEH , moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • de woning waarin de isolerende maatregelen zijn uitgevoerd is eigendom én hoofdverblijf van de aanvrager (of wordt na renovatie het hoofdverblijf van de aanvrager);
  • er dienen tenminste 2 isolerende maatregelen in de woning te zijn uitgevoerd;
  • de isolerende maatregelen zijn uitgevoerd binnen de bestaande bebouwing. Voor aan- of nieuwbouw van de woning krijg je geen SEEH;
  • de maatregelen zijn aantoonbaar uitgevoerd na 15 augustus 2019;
  • de maatregelen zijn aantoonbaar uitgevoerd door een deskundig bedrijf;
  • er is niet eerder een SEEH-subsidie verstrekt voor de betreffende woning.

Tevens worden er, afhankelijk van de isolatiemaatregel, minimumeisen gesteld aan de mate van isolatie en de geïsoleerde oppervlakte.

Ook bij het aanvragen van SEEH kan Finance Plus je van dienst zijn. Neem hiervoor gerust contact met ons op.

Overigens is door het kabinet reeds aangekondigd dat de ISDE en de SEEH vanaf 2021 samen onder één subsidieregeling zullen gaan vallen.