Nieuwsbrief December 2017

Finance plus Nieuwsbrief December 2017

Correctie BTW privégebruik auto
De BTW die aan u in rekening is gebracht op de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, kunt u als ondernemer in aftrek brengen zolang de auto wordt gebruikt voor belaste omzet. Indien u deze auto ook voor privédoeleinden gebruikt moet u voor dit privégebruik een correctie toepassen in de laatste BTW-aangifte van het jaar. Deze correctie geldt ook bij auto’s waarvoor geen vooraftrek is genoten bij de aanschaf door u. U kunt hiervoor gebruikmaken van de forfaitaire regeling, waarbij u uitgaat van 2,7% van de catalogusprijs. De cataloguswaarde is inclusief BTW en BPM. Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die al vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt en auto’s van 15 jaar en ouder, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief BTW en BPM) toepassen.
Een voorbeeld:
De cataloguswaarde van de auto is € 50.000. De auto is jonger dan 15 jaar. Het aantal dagen dat de auto wordt gebruikt in de onderneming is 365 dagen (een volledig jaar).

De berekening is als volgt:

De cataloguswaarde x (het aantal dagen gebruik / het aantal dagen volledig jaar) x percentage.

Dit komt neer op € 50.000 x (365 / 365) x 2.7% = € 1.350.

In de aangifte omzetbelasting dient dit als volgt ingevuld te worden bij vraag 1D.
De grondslag is de cataloguswaarde x (het aantal dagen / 365). In dit voorbeeld: € 50.000.
De te vermelden omzetbelasting is het bedrag dat uit de formule volgt. In dit voorbeeld: € 1.350.

Huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018
Per 1 januari 2018 wijzigt het huwelijksvermogensrecht. Deze wijzigingen gelden voor huwelijken die vanaf 1 januari 2018 worden gesloten.

Bij huwelijken die zijn gesloten vóór 1 januari 2018 geldt standaard een wettelijke algehele gemeenschap van goederen. Door het aangaan van het huwelijk treedt boedelmenging op en is er in beginsel nog maar één vermogen waar beide echtgenoten recht op hebben. Indien de echtgenoten zaken buiten de gemeenschap van goederen willen houden, dienen zij door een notaris huwelijkse voorwaarden op te laten stellen.

Voor huwelijken die zijn gesloten vanaf 1 januari 2018 geldt standaard een beperkte gemeenschap van goederen. Het vermogen dat de echtgenoten vóór het huwelijk hebben opgebouwd blijft gescheiden van het gemeenschappelijk vermogen dat wordt opgebouwd tijdens de huwelijksperiode. Hierdoor is in beginsel sprake van drie vermogens: het gemeenschappelijk vermogen, het privévermogen van de ene echtgenoot en het privévermogen van de andere echtgenoot.
Tot het gemeenschappelijk vermogen horen, naast het vermogen dat wordt opgebouwd tijdens de huwelijksperiode, tevens gezamenlijke goederen en schulden van vóór het huwelijk. De eigendomsverhouding maakt hierbij niet uit.
Indien de echtgenoten willen afwijken van de beperkte gemeenschap van goederen, dienen zij door een notaris huwelijkse voorwaarden op te laten stellen.

Het is van belang dat de echtgenoten vanaf de huwelijkssluiting hun privévermogen afzonderlijk administreren van het gemeenschappelijk vermogen. Indien door een echtgenoot niet kan worden aangetoond dat een goed uitsluitend aan die echtgenoot toebehoort, wordt dat goed geacht tot de gemeenschap te behoren. Op het moment van echtscheiding ligt de bewijslast omtrent de eigendom van goederen derhalve bij de betreffende echtgenoot.

Vereenvoudigde rittenadministratie bestelauto’s
Een werknemer met een auto van de zaak die de bijtelling privégebruik auto wil voorkomen, moet kunnen aantonen dat hij die auto niet voor meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden gebruikt.
Het ministerie van Financiën heeft ingestemd met een vereenvoudigde rittenadministratie voor bestelauto’s (dus niet voor ‘normale’ personenauto’s). Uitgangspunt is daarbij dat de rittenregistratie verplicht blijft, maar dat de werknemer niet meer alle informatie per rit hoeft vast te leggen als die informatie – zoals de zakelijk bezochte adressen – uit de bedrijfsadministratie van de werkgever kan worden gehaald. Vereist is dan wel dat de werkgever met de werknemer schriftelijk heeft afgesproken dat:

  • de werknemer een vereenvoudigde rittenregistratie bijhoudt;
  • privégebruik van de bestelauto tijdens werk- en lunchtijd niet is toegestaan;
  • de werkgever de zakelijke adressen in zijn (project- of bedrijfs)administratie beschikbaar heeft.

De schriftelijke vastlegging met de werknemer kunt u in een door werkgever en werknemer gezamenlijk ondertekende aanvulling op de arbeidsovereenkomst vastleggen en bij de salarisadministratie bewaren.

Verklaring Uitsluitend Zakelijk Gebruik Bestelauto (UZGB)
Wilt u de administratieve rompslomp omtrent de rittenadministratie helemaal voorkomen en gebruikt de werknemer de bestelauto niet voor privé, dan kan de werknemer of IB-ondernemer met de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik voor bestelauto’s aangeven dat hij de bestelauto uitsluitend zakelijk zal gebruiken. Anders gezegd, dat hij met de bestelauto geen kilometer privé zal rijden. De Belastingdienst heeft voor deze verklaring een digitaal formulier ter beschikking gesteld.
De werknemer/IB-ondernemer hoeft geen rittenregistratie meer te voeren nadat hij van de inspecteur een ontvangstbevestiging van de verklaring heeft ontvangen. Dit heeft dus alleen effect vanaf het moment dat u de ontvangstbevestiging van de Belastingdienst heeft ontvangen en heeft geen terugwerkende kracht.

De overheid wil met deze regeling tegemoet komen aan de vele bezwaren die door de praktijk naar voren zijn gebracht over het voeren van een adequate rittenadministratie voor bestelauto’s.
De overheid zal met ambulant toezicht controle uitoefenen op het feitelijk gebruik van de bestelauto door de werknemer/IB-ondernemer. Daarnaast is de automobilist verplicht om de verklaring in te trekken (en dat aan de Belastingdienst mee te delen) zodra hij de bestelauto wel voor privé gaat gebruiken. De werkgever heeft hier wel een actieve meldingsplicht. Als achteraf blijkt dat de bestelauto toch privé is gebruikt, kan dat tot een naheffingsaanslag loonbelasting (met een forse boete) leiden. Die aanslag wordt opgelegd aan de werknemer, maar als de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd of als hij de werknemer toestemming heeft gegeven voor privégebruik van de bestelauto of als hij weet dat de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt, wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd.
Zoals u weet houdt de Belastingdienst zelf overal op de weg en bij attractieparken controles en gebruikt dat materiaal onder meer om te controleren of de bestelauto niet toch privé wordt gebruikt.

Doorbetaaldloonregeling DGA’s
De gebruikelijkloonregeling houdt kort gezegd in dat u vanuit uw B.V. een salaris hoort te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. De gebruikelijkloonregeling geldt voor iedere aandeelhouder met een aanmerkelijk belang. Hiervan is in ieder geval sprake als u al dan niet samen met uw fiscaal partner direct of indirect minstens 5% van de aandelen (per soort) bezit in een B.V.
Volgens de hoofdregel dient het loon vastgesteld te worden op het hoogste van de volgende bedragen:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • Het hoogste loon van de overige werknemers van de B.V. of de daarmee verbonden vennootschappen;
  • € 45.000 (2017).

Het uitgangspunt is dat de DGA een gebruikelijk loon moet bedingen bij iedere B.V. waarvoor de DGA werkzaamheden verricht. Als de DGA voor meerdere dochter-/groepsmaatschappijen werkt, kan met een beroep op de doorbetaaldloonregeling dat loon bij bijvoorbeeld de holding worden verloond. Er dient dan wel een vastlegging te zijn dat het loon dat bij de holding wordt uitbetaald deels betrekking heeft op de loonkosten, die toerekenbaar zijn aan de verschillende dochtermaatschappijen. Indien die vastlegging er niet is, dan loopt u het risico dat de Belastingdienst alsnog bij de verschillende dochtermaatschappijen over het aan iedere vennootschap toe te rekenen gebruikelijk loon zal naheffen.

Kerstpakketten voor uitzendkrachten en zzp-ers
U kunt het kerstpakket voor uw werknemers belastingvrij verstrekken in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Dit is niet mogelijk voor uitzendkrachten en zzp-ers. Deze medewerkers zijn geen werknemers van u en vallen hierdoor voor u niet onder de werkkostenregeling. Voor deze medewerkers kunt u de belastingheffing afkopen tegen de eindheffingsregeling voor niet-werknemers. Bij een kerstpakket tot € 136 bedraagt de eindheffing 45%. Indien het kerstpakket meer kost, dan is de eindheffing 75%. Datzelfde geldt voor de kerstpakketten van uw relaties.

Urenadministratie bijhouden
Indien u voldoet aan het urencriterium hebt u recht op aftrekposten voor ondernemers, zoals de zelfstandigenaftrek.
Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan om aan het urencriterium te voldoen:

  • U besteedt in het kalenderjaar minimaal 1.225 uren aan uw onderneming, én
  • U moet meer tijd besteden aan uw onderneming dan aan andere werkzaamheden, bijvoorbeeld werkzaamheden in loondienst. Deze laatste voorwaarde geldt overigens niet indien u in 1 van de 5 voorafgaande jaren geen ondernemer bent geweest.

Alle uren die u besteedt aan uw onderneming tellen mee voor het urencriterium. Hieronder valt bijvoorbeeld ook de tijd die u besteedt aan het maken van offertes of het bijhouden van de administratie en het verzorgen van de post. U dient de hoeveelheid tijd die u aan uw onderneming hebt besteed aannemelijk te kunnen maken. Indien discutabel kan zijn of u aan het urencriterium voldoet, raden wij u aan een urenadministratie bij te houden. In deze urenadministratie kunt u de volgende zaken opnemen:

  • De datum en tijd waarop de werkzaamheden zijn verricht;
  • De tijdsduur van het werkzaamheden;
  • Een duidelijke omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden;
  • Voor wie de werkzaamheden zijn verricht (indien dit van toepassing is).

Het bijhouden van een urenadministratie kan helpen bij het verantwoorden van de in de onderneming gewerkte uren ten behoeve van de Belastingdienst. Met behulp van een urenadministratie kunt u ook bijvoorbeeld inzicht krijgen in de tijd die u aan een bepaald project hebt besteed en dit kan u helpen bij het berekenen van uw prijzen.
De Belastingdienst neemt geen genoegen met achteraf opgestelde urenadministraties. Begin er dus tijdig mee.

Mocht u nog vragen hebben of nadere uitleg wensen, neem dan gerust contact met ons op.

Met vriendelijke groet,

Het Finance plus team!